28 oktober 2018

Blog #8 – Peacebuilding

Meer dan 20 jaar na de oorlog, is de weg naar een vreedzame en inclusieve samenleving in Bosnië en Herzegovina nog altijd ver weg. Duizenden Bosniërs zijn ontheemd en bijna de helft van de inwoners is werkloos. Meer dan 18 procent van de bevolking leeft onder de armoedegrens. Oorlogsslachtoffers en hun families worstelen nog steeds met het herstel en zo’n 400.000 Bosniërs leiden aan het Post Traumatisch Stress Syndroom. De etnische gemeenschappen en het onderwijs zijn sterk gesegregeerd. Dat gecombineerd met de nationalistische retoriek van politici vormt een obstakel voor een duurzame toekomst.

Het is maandagochtend en ik ben onderweg naar een afspraak met Edita. Ik heb met haar afgesproken in een café net buiten het centrum van Sarajevo. Edita is psycholoog en heeft een jarenlange ervaring in het werken met oorlogsslachtoffers. Ze is een deskundige op het gebied van Peacebuilding in Bosnië en werkt als projectleider bij Catholic Relief Services. De organisatie werkt intensief samen met politici, lokale overheden, religieuze leiders, media, academici en inwoners van verschillende gemeenschappen.

In 1995 maakte het Dayton-akkoord een einde aan het bloedige conflict, maar het institutionaliseerde de segregatie tussen etnische groepen. Het land werd opgedeeld in twee entiteiten, namelijk de Federatie van Bosnië en Herzegovina en de Servische Republiek. Buitenstaanders zien Bosnië vaak als een multicultureel land, maar wie inzoomt, komt bedrogen uit. Het akkoord definieert weliswaar het bestaan van één staat, maar in praktijk is daar volgens Edita geen sprake van.

De etnische groepen leven sterk gesegregeerd. Ze hebben een eigen bestuur, een eigen onderwijssysteem en een eigen waarheid. Bovendien moedigt het politieke systeem mensen aan om binnen de eigen gemeenschap te blijven, terwijl juist daar de doorbraak gerealiseerd kan worden. “Er zijn voorbeelden van mensen die in bittere armoede leven, maar niet elders willen wonen en werken. Ze zijn bang dat ze discriminatie ondervinden als ze ergens anders niet tot de dominante meerderheid behoren” vertelt Edita.

Na de oorlog zijn etnisch homogene gemeenschappen gecreëerd. Dat vormt vandaag een obstakel om tot een duurzame en inclusieve samenleving te komen. Daarvoor moeten mensen gestimuleerd worden om terug te keren naar de plek waar ze voor de oorlog woonden. Maar volgens Edita ligt dat gevoelig: “Ik zou ook niet terugkeren naar zo’n plaats. Alles is weg, je bent daar dierbaren verloren en de omgeving herinnert je constant aan de afschuwelijke gebeurtenissen. Het is als een nachtmerrie die je steeds weer opnieuw beleeft”

Peacebuilding in Bosnië is zacht gezegd ingewikkeld. De verwachtingen van de internationale gemeenschap zijn hoog, maar Edita benadrukt dat het juist belangrijk is om naar de kleine stappen op de lange termijn te kijken. Volgens haar is er wel degelijk resultaat. Bijvoorbeeld in Srebrenica, waar de Bosnisch-Servische meerderheid tien jaar geleden nog ontkende dat er überhaupt  ‘iets’ gebeurd is in de zomer van 1995. “Nu wordt de genocide nog ontkent, maar de acceptatie van een oorlogsmisdaad is daar. Het is in beweging.”

Dat mythes hardnekkig zijn, blijkt uit de context van Bosnië en Herzegovina. Edita grapt dat zelfs feiten hier twijfelachtig zijn. “In dit land heeft iedereen zijn eigen waarheid. Daarom moeten we geduldig en sensitief te werk gaan. We moeten ons er bewust van zijn dat iedere beslissing die we maken consequenties heeft.”

Daarom is ze kritisch op buitenlandse hulpverleners en onderzoekers. “Ik heb in mijn carrière met honderden buitenlandse deskundigen en onderzoekers gesproken. Ik heb meegewerkt aan wetenschappelijke rapporten en documentaires. Op basis van deze onderzoeken werden vervolgens conclusies getrokken en maatregelen genomen. Dat is gevaarlijk, want veel onderzoeken zijn subjectief of niet representatief. De realiteit in Bosnië is complex. Je kunt deze samenleving niet begrijpen door te observeren, je moet er onderdeel van zijn.”

Previous Post Next Post

Laat een reactie achter

Misschien vind je dit ook interessant