Browsing Tag:

Oorlog

18 november 2018

Blog #9 – The Siege of Sarajevo, deel 1.

Ons verblijf in Pomol was niet onopgemerkt gebleven. Meho, een van de oud-bewoners, lijkt verbaasd over ons bezoek aan zijn geboortedorp. Nooit eerder had hij er toeristen gezien. Voor buitenlandse toeristen is Oost-Bosnië geen voor de hand liggende bestemming, tenzij het voor een bliksembezoek aan Srebrenica en Potocari is. Ik begreep zijn verbazing. Zonder een persoonlijke uitnodiging was ik hoogstwaarschijnlijk nooit in Pomol beland.

Een week na mijn vertrek uit Pomol nodigt Meho ons uit in zijn woonplaats Sarajevo. Vanavond is hij onze gids. Vanaf het terras van Park Princeva hebben we het mooiste uitzicht over de stad. De ondergaande zon legt een zacht-roze gloed over Sarajevo. Meho wijst naar een oranje gebouw dat prominent in het zicht staat. “Dat is Veijcnica, de nationale bibliotheek van Sarajevo. In 1992 werd het oorspronkelijke gebouw door Servische artelleriebeschietingen verwoest. Honderdduizenden boeken gingen in vlammen op” vertelt hij.

Terwijl de zon steeds verder wegzakt en de avond valt, kijken we uit op Sarajevo. De skyline wordt gekenmerkt door minaretten, Byzantijnse koepels, synagogen en kerktorens. Ze staan symbool voor het multiculturele leven dat hier is. Of was. Tussen 1992 en 1996 werd Sarajevo belegerd door Bosnisch-Servische troepen. De 400.000 inwoners hebben zwaar geleden onder de vier jaar durende belegering. Voortdurend werden ze door Bosnisch-Servische troepen beschoten. De bevolking werd jarenlang afgesneden van voedsel, medicijnen, water en elektriciteit. Meer dan 11.000 inwoners verloren het leven, waaronder 1.600 kinderen.

We verlaten het terras voor een wandeling door Bascarsije, het historische centrum van Sarajevo. De herinneringen aan de Bosnisch-Servische agressie zijn nog altijd in het straatbeeld aanwezig. De martelaren worden niet vergeten. Ze vonden hun laatste rustplaats tegen de berghellingen van de stad. Kogelgaten, door granaten achter gelaten kraters en aan het lot overgelaten verwoeste gebouwen. De straten vertellen hier ieder een eigen verhaal.

Deel 2 verschijnt op zondag 25 november om 11:00 uur online.

28 oktober 2018

Blog #8 – Peacebuilding

Meer dan 20 jaar na de oorlog, is de weg naar een vreedzame en inclusieve samenleving in Bosnië en Herzegovina nog altijd ver weg. Duizenden Bosniërs zijn ontheemd en bijna de helft van de inwoners is werkloos. Meer dan 18 procent van de bevolking leeft onder de armoedegrens. Oorlogsslachtoffers en hun families worstelen nog steeds met het herstel en zo’n 400.000 Bosniërs leiden aan het Post Traumatisch Stress Syndroom. De etnische gemeenschappen en het onderwijs zijn sterk gesegregeerd. Dat gecombineerd met de nationalistische retoriek van politici vormt een obstakel voor een duurzame toekomst.

Het is maandagochtend en ik ben onderweg naar een afspraak met Edita. Ik heb met haar afgesproken in een café net buiten het centrum van Sarajevo. Edita is psycholoog en heeft een jarenlange ervaring in het werken met oorlogsslachtoffers. Ze is een deskundige op het gebied van Peacebuilding in Bosnië en werkt als projectleider bij Catholic Relief Services. De organisatie werkt intensief samen met politici, lokale overheden, religieuze leiders, media, academici en inwoners van verschillende gemeenschappen.

In 1995 maakte het Dayton-akkoord een einde aan het bloedige conflict, maar het institutionaliseerde de segregatie tussen etnische groepen. Het land werd opgedeeld in twee entiteiten, namelijk de Federatie van Bosnië en Herzegovina en de Servische Republiek. Buitenstaanders zien Bosnië vaak als een multicultureel land, maar wie inzoomt, komt bedrogen uit. Het akkoord definieert weliswaar het bestaan van één staat, maar in praktijk is daar volgens Edita geen sprake van.

De etnische groepen leven sterk gesegregeerd. Ze hebben een eigen bestuur, een eigen onderwijssysteem en een eigen waarheid. Bovendien moedigt het politieke systeem mensen aan om binnen de eigen gemeenschap te blijven, terwijl juist daar de doorbraak gerealiseerd kan worden. “Er zijn voorbeelden van mensen die in bittere armoede leven, maar niet elders willen wonen en werken. Ze zijn bang dat ze discriminatie ondervinden als ze ergens anders niet tot de dominante meerderheid behoren” vertelt Edita.

Na de oorlog zijn etnisch homogene gemeenschappen gecreëerd. Dat vormt vandaag een obstakel om tot een duurzame en inclusieve samenleving te komen. Daarvoor moeten mensen gestimuleerd worden om terug te keren naar de plek waar ze voor de oorlog woonden. Maar volgens Edita ligt dat gevoelig: “Ik zou ook niet terugkeren naar zo’n plaats. Alles is weg, je bent daar dierbaren verloren en de omgeving herinnert je constant aan de afschuwelijke gebeurtenissen. Het is als een nachtmerrie die je steeds weer opnieuw beleeft”

Peacebuilding in Bosnië is zacht gezegd ingewikkeld. De verwachtingen van de internationale gemeenschap zijn hoog, maar Edita benadrukt dat het juist belangrijk is om naar de kleine stappen op de lange termijn te kijken. Volgens haar is er wel degelijk resultaat. Bijvoorbeeld in Srebrenica, waar de Bosnisch-Servische meerderheid tien jaar geleden nog ontkende dat er überhaupt  ‘iets’ gebeurd is in de zomer van 1995. “Nu wordt de genocide nog ontkent, maar de acceptatie van een oorlogsmisdaad is daar. Het is in beweging.”

Dat mythes hardnekkig zijn, blijkt uit de context van Bosnië en Herzegovina. Edita grapt dat zelfs feiten hier twijfelachtig zijn. “In dit land heeft iedereen zijn eigen waarheid. Daarom moeten we geduldig en sensitief te werk gaan. We moeten ons er bewust van zijn dat iedere beslissing die we maken consequenties heeft.”

Daarom is ze kritisch op buitenlandse hulpverleners en onderzoekers. “Ik heb in mijn carrière met honderden buitenlandse deskundigen en onderzoekers gesproken. Ik heb meegewerkt aan wetenschappelijke rapporten en documentaires. Op basis van deze onderzoeken werden vervolgens conclusies getrokken en maatregelen genomen. Dat is gevaarlijk, want veel onderzoeken zijn subjectief of niet representatief. De realiteit in Bosnië is complex. Je kunt deze samenleving niet begrijpen door te observeren, je moet er onderdeel van zijn.”

16 september 2018

Blog #2 – Elvir, deel 1.

Het is zaterdagavond als we van Tuzla in de richting van Sarajevo rijden. Het weer is buitengewoon somber voor de tijd van het jaar. Ik ben onderweg naar een afspraak met Elvir. Ik ontmoette hem begin mei in een Bosnische moskee in Nederland. Een gemeenschappelijke kennis stelde ons aan elkaar voor, nadat ik mijn plannen met betrekking tot Bosnië gedeeld had. “Ik ken iemand wiens verhaal verteld moet worden” verzekerde mijn kennis.

In de daaropvolgende weken onderhielden Elvir en ik regelmatig contact via Whatsapp. We leerden elkaar beter kennen en dat vormde het begin van een prille vriendschap. Toen ik Suikerfeest bij hem en zijn gezin vierde, ontstond het concrete plan om hem in Bosnië te bezoeken. Ik wilde de plekken bezoeken die ik inmiddels uit verhalen kende, maar waar ik geen beeld bij had. Het was een poging om de impact van de gebeurtenissen beter te leren begrijpen.

En zo zitten we een kleine maand later met elkaar aan tafel in een restaurant in Bosnië. Elvir ziet er zichtbaar vermoeid uit. In zijn geboortedorp in Oost-Bosnië worden de voorbereidingen voor de aanleg van een nieuwe weg getroffen. Net als veel andere bouwprojecten in Bosnië, verloopt ook dit proces tergend langzaam. “De vakanties in Bosnië zijn nooit echt vakantie” verzucht hij. “Heel mijn leven staat in het teken van de gemeenschap, maar ik ben moe. Mijn lichaam en geest zijn op.”

Elvir (47) werd in een klein dorp in het voormalige Joegoslavië, geboren. Hij verloor zijn moeder op vierjarige leeftijd, waarna zijn vader de zorg voor hem en zijn broers op zich nam. Elvir is moslim, maar religie had geen prominente rol binnen het gezinsleven. In het tijdperk waarin president Tito met ijzeren hand regeerde, mochten etnische en culturele verschillen geen bedreiging voor de eenheid van Joegoslavië vormen.

Toen Elvir achttien jaar was, meldde hij zich aan bij het Joegoslavische leger. Daar kreeg hij de kans om zich tot luitenant te ontwikkelen. In dezelfde periode begon de eenheid in Joegoslavië af te brokkelen. Dat zou enkele jaren later leiden tot het conflict, dat door historici beschouwd wordt als het meest bloedige conflict sinds de Tweede Wereldoorlog in Europa. Ruim 140.000 mensen kwamen om het leven bij oorlogshandelingen, massamoorden en etnische zuiveringen.

De etnische spanningen en het oplevende nationalisme bleven ook bij Elvir niet onopgemerkt. “Toen ik in 1991 met het Joegoslavische leger in Montenegro diende, kwam ik tot de conclusie dat ik niet langer kon blijven. Daar waar het Joegoslavische leger voorheen bestond uit soldaten met verschillende etniciteiten, waren de meeste Bosniakken nu vertrokken. Ik was getuige van de agressie en ik zag hoe mensen wegvluchtten. Ik sprak daarover met soldaten van andere kazernes, maar ook zij konden mij niet overtuigen om te blijven.”

Deel 2 verschijnt op zondag 23 september om 11:00 uur online.