Browsing Tag:

Gentrificatie

19 mei 2019

Blog #21 – Morele verantwoordelijkheid nemen

Het uitzoeken van een geschikt vakantieverblijf in Marrakech ervoer ik altijd als een plezierige bezigheid. Ik kon eindeloos scrollen door de pagina’s van verhuurders op Booking.com en Airbnb. Het ene verblijf nog mooier, nog betoverender, dan het ander. Ik ben dol op bijzondere interieurs en ik laat me graag inspireren door verschillende stijlen, kleuren en details. Stiekem vond ik dit het allerleukste deel van de vakantie. Al voordat de vakantie begonnen was.

Dat veranderde na een vakantie in het najaar van 2018. Samen met een vriendin boekte ik een korte stedentrip naar Marrakech. Ons oog was gevallen op een nieuw, hip en stijlvol ingericht riad. De kamerprijzen lagen rond de 70 euro per nacht. Lager dan de gemiddelde prijs voor een overnachting in Marrakech, maar relatief duur als je het vergelijkt met een gemiddeld Marokkaans maandinkomen. Toch wuifde ik mijn principiële bezwaren weg. In de afgelopen maanden had ik namelijk hard gewerkt. Ik combineerde een fulltimebaan met freelance klussen, het schrijven voor mijn blog en de afronding van een studie.

De buurt waarin het riad ligt, was duidelijk in opkomst. Het was er een puinhoop van je welste, met grote metalen constructies, bouwmaterialen, afgebroken panden, puin en stof. Elke dag manoeuvreerden we ons acrobatisch door de bouwstellingen om ons riad te bereiken. Het contrast tussen verwaarloosde woningen en perfect gerenoveerde boetiekhotels staat symbool voor de ongelijkheid tussen lokale bewoners en buitenlandse investeerders.

In het duizelende doolhof van smalle straatjes zoeken toeristen tevergeefs naar hun verblijfadres. Met opvallende rolkoffers en backpacks zijn ze een makkelijke prooi voor slinkse jongens uit de buurt. Zij proberen op hun eigen manier aan de onwetendheid van toeristen te verdienen. Dat leidt regelmatig tot conflicten, wanneer de behulpzaamheid niet vrijblijvend blijkt te zijn. Eenmaal bij het vakantieverblijf aangekomen, kijken sommige toeristen enigszins beteuterd. Ze hadden er niet op gerekend dat hun luxueuze ‘vakantiepaleis’ zich tussen het gespuis in een Marokkaanse achterbuurt bevindt. Alleen de glinsterende goudkleurige bordjes met oriëntalistische namen verraden dat er achter deze muren weelderige vakantieverblijven schuilen.

Het riad waar we verblijven is in het voorjaar van 2018 geopend. Sindsdien is het elke nacht volgeboekt. Binnen de vier muren wanen gasten zich in een oase van rust. Het personeel is ontzettend vriendelijk en behulpzaam. Vooral met een van de gastheren, Youssef (29), bouwen we al snel een fijne relatie op. Als we ’s avonds terugkeren van een dag door de medina slenteren en op terrasjes hangen, verwelkomt hij ons altijd hartelijk. Terwijl hij glazen met zoete Marokkaanse muntthee voor ons inschenkt, vraagt hij geïnteresseerd hoe de dag was. Het werd een vast avondritueel.

Youssef is in deze buurt geboren en getogen. Hij kent de medina met zijn ogen dicht en werkt al jaren in de toerismesector. “Het is de enige sector waar altijd werk is” zegt hij. “Maar het werk is zwaar. Ik werk zes dagen per week en alleen op de zondag ben ik vrij. Daarmee verdien ik omgerekend zo’n 350 euro per maand. Er zijn in Marokko veel mensen die het financieel minder hebben, maar het is een schijntje van wat de eigenaresse in haar zak steekt.”

Ik heb de eigenaresse tijdens ons verblijf maar een keer vluchtig gezien. Ze is een witte Europese vrouw en ik schat haar een jaar of 30. “Ze komt hier alleen om het personeel te commanderen en te controleren of we ons werk doen. Daarna verdwijnt ze” zegt Youssef. Hij neemt een trek van zijn sigaret, voordat hij zijn verhaal vervolgt. “Net als andere Europeanen leeft ze hier als een koning. Ze zijn sterk georganiseerd. Vooral de Fransen hebben een hecht zakelijk netwerk. Ze ontmoeten elkaar tijdens etentjes en lunchafspraakjes in luxe restaurants. Ze steunen elkaar en maken onderling afspraken. Zo verrijken ze zich over de rug van ‘gewone’ Marokkanen.”

Mede door de gesprekken met Youssef ging ik kritischer naar de aanwezigheid van buitenlandse investeerders en witte migranten in de historische medina kijken. Het massaal opkopen en renoveren van panden, om ze vervolgens voor vakantieverhuur te exploiteren, begon ik steeds meer als een vorm van neo kolonialisme te zien. Buitenlanders eisen zo ruimte op ten koste van de woonvoorraad en belangen van lokale bewoners. Dat legt ongelijke machtsverhoudingen pijnlijk bloot. Het merendeel van de buitenlandse eigenaren is tevens werkgever, terwijl de meeste Marokkanen afhankelijk van hen zijn voor werk en een fatsoenlijk loon.

Wanneer gedupeerde Marokkanen op dergelijke misstanden wijzen, zijn er twee manieren om te reageren: doen alsof je neus bloedt óf morele verantwoordelijkheid nemen. Ik koos voor het tweede, maar toen ik een paar maanden later opnieuw een vakantie naar Marrakech boekte, merkte ik dat de praktijk ingewikkeld is.

Hoe weet je bijvoorbeeld of de eigenaar van een boetiekhotel een buitenlandse investeerder is of niet? Er wordt op websites als Booking.com meestal niet vermeld wie de verhuurder is. Op Airbnb doen ze dat wel, maar al gauw werd ik moedeloos. Buitenlandse verhuurders waren ruim in de meerderheid. Dat is geen toeval , want uit onderzoek blijkt dat meer dan 2.500 riads in de historische medina in het bezit van buitenlanders zijn. In 1999 waren dat er nog maar 150. Bovendien waren de enkele Marokkaanse verhuurders niet altijd de eigenaar. Daardoor begon ik me ernstig af te vragen of het eigenlijk wel mogelijk is om in dit deel van de stad te verblijven zonder de lokale bewoners te benadelen?

* Omwille van privacyredenen wordt de echte naam van Youssef niet genoemd. 

12 mei 2019

Blog #20 – Het parallelle universum van witte toeristen en expats

Tussen toerisme, gentrificatie en neokolonialisme ligt een dunne lijn. Hoewel veel witte mensen graag willen geloven dat koloniale invloeden elementen uit een vervlogen tijd zijn, bewegen ze vaak in de geest van bezetters uit het verleden. In de historische medina van Marrakech is een parallel universum van witte toeristen en expats ontstaan. Het is duidelijk wie er tot de heersende klasse behoren, en wie niet. Marokkanen krijgen alleen toegang tot deze exclusieve bubbel, als ze een uniform dragen en in dienst van de nieuwe heersers staan.

Met een groot en zwaar dienblad klimt een Marokkaanse horecamedewerker de steile trappen naar het dakterras op. Op zijn dienblad staan gloeiendhete tajines en dampende schalen couscous. Ik houd mijn hart vast als ik hem naar boven volg. Op iedere etage begroeten de gastheren ons met een geveinsde vriendelijkheid. Boven op het dakterras zitten groepjes Europese toeristen comfortabel onder een parasol.

In de zomer zijn temperaturen van 40 graden geen uitzondering. Lange werkdagen, van meer dan 10 uur, in de brandende zon zijn dat evenmin. Ook dan kleedt het personeel zich verplicht in snikhete kostuums. Alles om de oriëntalistische beleving van witte gasten compleet te maken.

Er heerst een ongemakkelijke neokoloniale sfeer op het terras, maar ik vermoed dat de andere gasten dat niet doorhebben. Ze zijn te druk met zichzelf en ze kijken niet eens op of om naar het personeel dat hen bedient. We zoeken een plaatsje in de zachte lentezon. Al gauw staat de gastheer aan tafel om onze bestelling in het Frans op te nemen. “Salaam aleikum, bghit joesj ataay ghoya” antwoordt mijn partner. Hoewel het overduidelijk is dat de gastheer Darija spreekt, blijft hij steevast in het Frans terug praten.

Toeristen en expats komen graag naar Marrakech om een levensstijl toe te eigenen, die ze zich in het thuisland niet kunnen veroorloven. Ze zijn gericht op een snelle bevrediging van hun lusten naar weldaad en luxe. Extravagante restaurants en boetiek hotels van overwegend witte eigenaren richten zich op een overwegend wit publiek. Ze schieten als paddenstoelen uit de grond. Lokale bewoners moeten daar voor wijken, want net als elders ter wereld wint het grote geld het hier van de emotionele waarde. Zo wordt de historische medina steeds verder demografisch gezuiverd en wordt de machtspositie van de tijdelijke gasten alsmaar sterker.

Dat leidt tot ongemakkelijke en conflicterende situaties met bewoners. Ik herinner hoe een toerist stiekem foto’s probeerde te maken van een authentieke buurtslager. De slager was daar duidelijk niet van gediend en beet haar kwaad toe dat ze zonder toestemming geen foto’s mag maken. Geschrokken, maar vooral verontwaardigd, verborg ze snel haar camera onder haar jas.

Voor heel even werd deze toerist vanuit haar parallelle universum terug naar de echte wereld geworpen. Maar voor duurzame bewustwording en verandering is meer nodig. Namelijk dat toeristen en expats zich niet langer achter hun witte fragiliteit verschuilen, maar de impact van hun neokoloniale denkbeelden onder ogen zien.

28 april 2019

Blog #19 – Gentrificatie is een politieke keuze

Het is een sombere middag in februari. De temperatuur is guur en het regent haast onafgebroken. De restaurants in de omgeving van ons Riad zitten afgeladen vol met toeristen die ondanks het akelige weer, toch het beste van hun dag willen maken. We besluiten de drukte te ontvluchten en wandelen daarom naar een buurtcafé aan de rand van de medina. In tegenstelling tot het toeristische hart van de medina, zijn de bewoners hier nog geen gemarginaliseerde groep ten opzichte van de massa’s toeristen. Terwijl we door de straten slenteren, klinkt vanachter de voordeuren het uitbundige gelach van kinderen die met elkaar spelen. In het voorbijgaan groeten bewoners elkaar. De winkels en cafés hebben vooral en functie voor de buurt. Het echte, alledaagse, leven is hier.

Althans, nog wel. Want ook hier zijn de gevolgen van gentrificatie steeds nadrukkelijker zichtbaar. Het proces gaat razendsnel. Vastgoedinvesteerders zetten bewoners onder druk om hun huizen te verkopen. Veel bewoners zijn vertrokken, nadat ze onder de microagressie bezweken, terwijl anderen zich krampachtig vasthouden aan de plek die ze thuis noemen. Het is slechts een kwestie van tijd totdat het sociale karakter van de buurt voorgoed verandert.

Daar waar toerisme groeit, creëert het onbedoeld, een samenleving met vlijmscherpe scheidslijnen. Het versterkt de tegenstellingen tussen arm en rijk, tussen locals en toeristen, tussen bewoners die huizen bezitten om hun gezinnen een dak boven het hoofd te bieden en investeerders die een bepaald segment woningen opkopen voor commerciële doeleinden. De economische winst die uit het toerisme ontstaat, komt slechts aan een nietige groep mensen ten goede.

Bewoners in de medina beklagen zich dat ze nauwelijks van het toenemende toerisme profiteren. De groei van inkomsten staat niet in verhouding tot de stijgende kosten voor levensonderhoud, waardoor steeds meer gezinnen in armoede afglijden. In tegenstelling tot de bewoners van de medina, zijn toeristen meestal kapitaalkrachtiger en bereid om uitgaven te doen. De medina verandert geleidelijk van productiecentrum in een consumptiecentrum voor toeristen. Producten die verkocht worden zijn steeds minder van lokale makelij, maar worden vanuit het buitenland geïmporteerd. Lokale wetgeving over de regulering van ‘guest houses’ lijkt buitenlandse investeerders vooralsnog geen strobreed in de weg te leggen. En dus worstelen lokale hoteleigenaren en ondernemers met de naar hun mening oneerlijke en moordende concurrentie. Goedbedoelde investeringen in infrastructuur zijn er niet voor de lokale bevolking, maar voor het gemak van toeristen en investeerders.

Met lede ogen zien bewoners hun buurten veranderen. Het proces van gentrificatie kent geen genade. Het proces begon in het hart van de medina, maar breidde zich al snel uit naar omliggende buurten. Juist deze buurten zijn zeer gewild bij vastgoedinvesteerders, vanwege het buitengewoon hoge ontwikkelpotentieel van woningen. Nadat de woningen opgekocht zijn, worden ze gesloopt of gerenoveerd en vervolgens omgetoverd tot boetiekhotels of hippe horecagelegenheden. Voor handige ondernemers en investeerders is dat een aangename bron van inkomsten; op Airbnb kost een overnachting in het hoogseizoen gemiddeld 98 euro. Door veel panden in dezelfde buurt tegelijk op te kopen, drijven investeerders de waarde kunstmatig op. Het effect wordt nog eens versterkt doordat verschillende belanghebbenden onderling afspraken maken. Zo profiteert iedereen, behalve de authentieke bewoners. Zij worden weggejaagd en verliezen hun huis, buurt en sociale netwerk.

Na de wereldwijde economische crisis van 2008 kwam er een sterke particuliere geldstroom op gang die zich richtte op het opknappen van panden en buurten. Met name de zogenaamde achterstandsbuurten in de historische medina van Marrakech bleken aantrekkelijk voor buitenlandse investeerders. Plotseling was het ook voor geïnteresseerden uit de West-Europese middenklasse mogelijk om een ‘paleis’ te bemachtigen; voor minder dan 100.000 euro was je al eigenaar van een pand bestaande uit meerdere verdiepingen en kamers, met een binnentuin, dakterras én waar je flink aan kan verdienen door het te exploiteren voor vakantieverhuur. Sindsdien zijn de prijzen voor Riads explosief gestegen.

Maar hoe gunstig de omstandigheden voor vastgoedhandelaren en investeerders ook zijn, uiteindelijk spelen lokale overheden een cruciale rol in het proces. Gentrificatie is geen proces dat organisch ontstaat, maar wordt aangejaagd (of ontmoedigd) door politieke keuzes.

Dat betekent dat er alternatieven zijn. Zo kunnen overheden zelf investeren in de renovatie van panden en de bouw van betaalbare (huur)woningen. Of in programma’s van community land trust met als doel een permanent aanbod van betaalbare woningen voor gezinnen met een laag inkomen te creëren die niet in staat zijn om een eigen huis te kopen. Ook valt te denken aan het invoeren én handhaven van een anti-speculatiebeding, waardoor het financieel minder aantrekkelijk is om vastgoedobjecten op te kopen om ze even later weer te verkopen.

De alternatieven zijn er, maar nu de politieke wil nog. Stedelijke ontwikkeling is noodzakelijk, maar hoeft niet ten koste van de authentieke bewoners te gaan. Een overheid is er om de belangen van haar inwoners te dienen, niet van vastgoedhandelaren en investeerders.

14 april 2019

Blog #18 – Kunnen we even eerlijk praten?

Sinds ik over de negatieve impact van toerisme op de historische medina van Marrakech schrijf, ben ik plotseling zeer bewust van mijn eigen aandeel. Voorheen slenterde ik onbevangen door de medina, maar tegenwoordig ervaar ik deze wandelingen heel anders. Regelmatig word ik overvallen door een gevoel van schuld, schaamte en ongemak. De gesprekken daarover met andere toeristen verlopen meestal moeizaam.

Dat begrijp ik. Het is confronterend om te erkennen dat we met onze aanwezigheid in de medina bewoners benadelen. Dat is in conflict met ons zelfbeeld. De meeste mensen beschouwen zichzelf namelijk als onschuldige toeristen. Ze hebben geen kwade bedoelingen en ze willen ‘gewoon’ even op vakantie. Daarom verweren velen zich tegen ieder appèl op hun morele verantwoordelijkheid. Zo beweren toeristen steevast dat toerisme gunstig is voor de lokale economie en dat bewoners daarvan profiteren.

Maar kloppen deze beweringen? Is toerisme daadwerkelijk gunstig voor de lokale economie? En zo ja, profiteren bewoners daarvan? Of is het vooral een mythe om ons kwetsbare geweten te sussen?

Twaalf seizoenen per jaar zijn de hotels, restaurants en terrassen in Marrakech druk bezet. In de Souk wordt hartstochtelijk afgedongen, gekocht en verkocht. De bedrijvigheid is groot en de medina is volop in ontwikkeling. Het is dan ook niet vreemd dat toeristen aannemen dat hun aanwezigheid gunstig voor de lokale economie is.

In mijn vorige blog schreef ik dat zo’n 30 procent van het GDP wordt bepaald door verdiensten uit de toerismesector. Voorstanders beroepen zich op dergelijke statistieken als bewijs voor de claim dat toerisme gunstig voor de lokale economie is. Maar, zelfs als deze cijfers de claim bevestigen, dan wil dat niet zeggen dat toerisme per se gunstig voor de lokale economie is.

Jan van den Borg, hoogleraar stedelijke economie en toerisme aan de universiteit van Venetië, betoogde al in de jaren “90 dat iedere bestemming een maximale draagkracht heeft. Als de maximale draagkracht eenmaal bereikt is, dan zullen de netto kosten hoger dan de netto opbrengsten zijn. Vaak wordt vergeten dat overlast, afnemende leefbaarheid en het verdwijnen van kleine, lokale, ondernemers als gevolg van toenemend toerisme een prijs heeft. Kortom, toerisme is geen onuitputtelijke bron van economische groei.

Vooralsnog lijkt de Marokkaanse overheid zich niet om de mogelijke negatieve gevolgen van overexploitatie te bekommeren. Er is nog geen kwalitatief onderzoek naar de verhouding tussen opbrengsten en kosten gedaan. Met grootschalige projecten op het gebied van stedelijke vernieuwing trekken ze massa’s nieuwe toeristen aan. Oude, vervallen woningen worden verkocht en gesloopt om plaats te maken voor nieuwe boetiekhotels en horecagelegenheden. Helaas worden de panden niet verkocht aan bieders met de grootste maatschappelijke betrokkenheid, maar aan de bieder met het hoogste bod.

In deze dynamiek kunnen slinkse ondernemers maximaal verdienen aan het uitputten van de publieke ruimte, zonder financiële verantwoordelijkheid voor de maatschappelijke consequenties te dragen. Daarmee worden tegenstellingen tussen arm en rijk, tussen bewoners en toeristen, tussen lokale ondernemers en buitenlandse investeerders vergroot. Dat leidt tot pijnlijke processen van verdringing en uitsluiting.

Toerisme kán gunstig voor de lokale economie zijn. Maar dat hoeft dus niet. Het is een hardnekkige misvatting dat economische groei vanzelf leidt tot verbeterde welvaart voor iedereen. Dat is simpelweg niet waar. Kunnen we daarom in het vervolg een constructief gesprek over de negatieve impact van toerisme en onze morele verantwoordelijkheid voeren? Of zeg voortaan gewoon eerlijk, dat het welbevinden van de bevolking ondergeschikt aan jouw vakantiegenot is.

7 april 2019

Blog #17 – De keerzijde(n)

Het is al laat in de avond als ik op de achterbank van de taxi neerplof. “Is dit de eerste keer in Marrakech?” vraagt de chauffeur terwijl hij de auto start. Ik vertel dat ik in de afgelopen jaren regelmatig in Marrakech ben geweest voor korte vakanties. “Marhaba!” reageert hij enthousiast. Vanachter het autoraampje observeer ik het drukke leven op straat. Naarmate we de historische medina van Marrakech naderen, neemt het aantal toeristen in het straatbeeld toe. “Het is druk voor februari” merk ik hardop op. “Tegenwoordig is het hier altijd hoogseizoen” antwoordt de taxichauffeur lachend. Maar al snel wordt de toon in zijn stem ernstiger. “We mogen niet klagen. De toeristen zijn goed voor de werkgelegenheid in de toerismesector, maar het heeft ook een keerzijde.”

Het aantal toeristen dat Marrakech als vakantiebestemming kiest is in de afgelopen jaren explosief gestegen. In 2017 bezochten voor het eerst in de geschiedenis van het moderne toerisme meer dan 2 miljoen toeristen de stad. Sindsdien groeit de stroom toeristen gestaag. Toerisme is hier booming. Hoewel het aandeel van Marrakech op de internationale toerismemarkt nog steeds relatief beperkt is, is het een belangrijke bron van inkomsten. Zo’n 30 procent van het GDP in Marrakech wordt bepaald door verdiensten uit het toerisme. Dat maakt de stad en haar inwoners uiterst kwetsbaar voor tegenslagen in de toerismesector.

De eerste reacties van de bewoners die ik spreek, zijn overwegend positief. Ze wijzen op de toegenomen werkgelegenheid en de stedelijke ontwikkeling. Maar wanneer ik doorvraag blijkt dat de komst van miljoenen toeristen een pijnlijke keerzijde heeft.

Mohammed* komt oorspronkelijk uit Ait Ben Haddou, dat op zo’n 200 kilometer van Marrakech ligt. Twintig jaar geleden verliet hij zijn geboorteplaats om in Marrakech als taxichauffeur te werken. “Eerst was ik verheugd over de groei van het toerisme. Ik zag het als een kans om meer geld te verdienen. Maar met de komst van miljoenen, veelal Westerse, toeristen zijn de prijzen voor wonen, eten en leven haast naar Westerse standaarden gestegen” vertelt hij. Mohammed zag geen andere keuze dan naar een van de buitengebieden van de stad te verhuizen. “Maar ook daar is het leven zwaar door de hoge kosten” verzucht hij.

Een andere chauffeur, Monaim*, beklaagt zich tijdens een taxirit over de werkloosheid, de lage lonen en hoge kosten voor levensonderhoud. Monaim volgde een docentenopleiding aan de universiteit, maar na zijn afstuderen lukte het niet om een passende baan te vinden. Net als veel andere jonge Marokkanen wilde hij graag trouwen en een gezin stichten. Daarom zag hij zich genoodzaakt om een baan als taxichauffeur te accepteren. “Maar dit werk biedt geen perspectief voor de toekomst” benadrukt hij. “Ik ben twee jaar geleden getrouwd, maar ik woon nog steeds met mijn vrouw bij mijn ouders. Het is een kleine woning en we hebben geen privacy. Ik wil heel graag een eigen huis waar we aan een gezin kunnen beginnen, maar ik heb de financiële middelen niet. Voor een man voelt dat als falen.”

* Omwille van privacyredenen worden de echte namen van Mohammed en Monaim niet genoemd.

24 maart 2019

Blog #16 – RE: Tips voor Marrakech?

Marrakech is veruit de populairste vakantiebestemming voor buitenlandse toeristen in Marokko. Inmiddels verwelkomt de stad jaarlijks meer dan 2 miljoen toeristen. Daarbij is het voorjaar het drukst, maar ook in de overige maanden zitten de vliegtuigen naar Marrakech Menara Airport vol. Volgens mijn taxichauffeur is het tegenwoordig altijd hoogseizoen.

Er zijn talloze redenen die het ‘succes’ van Marrakech kunnen verklaren. Vooral voor Europese toeristen is de stad makkelijk, snel én relatief goedkoop te bereiken. Het is een ideale bestemming voor een korte stedentrip of als uitvalbasis voor een rondreis door Zuid-Marokko. Bovendien zijn de temperaturen het hele jaar aangenaam en ben je bijna altijd gegarandeerd van zon. Mijn tijdlijn op sociale media bevestigt evengoed de indruk dat werkelijk ie-de-reen in Marrakech is, is geweest of nog gaat. Ik heb talloze foto’s van talloze mensen bij herkenbare toeristische bezienswaardigheden gezien.

Regelmatig ontvang ik privé-berichten en e-mails met vragen voor tips voor boetiek hotels, cafés en restaurants. De waarheid is dat mijn aanbevelingen niet uniek zijn. Dat moet ik eerlijk bekennen. Vaak plukte ik ze van internet om ze vervolgens tijdens de vakanties uit te proberen. Nomad, Le Riad Yasmine en Café Árabe staan allemaal in dat rijtje. Het zijn dezelfde plekken die veelvuldig door influencers op sociale media gepromoot worden.

Maar dat zijn niet de ‘authentieke’ en ‘niet toeristische’ gelegenheden waar in de berichten specifiek naar gevraagd wordt. Het is de beschamende ironie van het toeristenbestaan; we reizen de hele wereld over om ver weg van andere toeristen te zijn, maar onbewust zoeken we elkaar juist op. We zoeken ‘authenticiteit’ op de meest toeristische bestemmingen ter wereld. Dat lijkt misschien onschuldig, maar dat is het allerminst.

De hunkering naar ‘authenticiteit’ heeft een prijsopdrijvend effect op de lokale economie. Ik heb bewoners gesproken voor wie wonen, eten en leven haast onbetaalbaar zijn geworden. Sommige bewoners zagen geen andere keus dan de medina, soms zelfs de stad, te verlaten. Toerisme heeft alleen een positief imago voor diegenen die ervan profiteren.

In mijn vorige blog schreef ik dat lokale ondernemers en internationale touroperators begerig op de vraag van toeristen inspelen. Ten gunste van de bloeiende toerismesector is de historische medina in ontwikkeling. Grootschalige renovatie- en bouwprojecten. Vervallen panden worden gesloopt en maken plaats voor nieuwe boetiekhotels. Overal verschijnen hippe rooftop-terrassen voor een overwegend wit publiek. Witte toeristen komen hier om het ‘echte’ lokale leven te ervaren, maar dan zonder de ongemakken van het leven in sociaaleconomische achterstand. Het proces van gentrificatie kent geen genade en leidt tot pijnlijke processen van verdringing en uitsluiting.