Browsing Tag:

Oorlogsmisdaden

14 oktober 2018

Blog #6 – El Fatiha

Onderweg naar Pomol vertelt Elvir ontelbare nostalgische verhalen. Over zijn familie, de gemeenschap en het dorp waar hij opgroeide. Over zijn kinderjaren, oude vriendschappen en de liefde. Over zijn plannen en dromen voor een toekomst die er nooit zou komen. “Er is niets terecht gekomen van de plannen die ik voor de oorlog had” zegt hij teleurgesteld.

Na de oorlog verspreidden leden van de gemeenschap zich over heel de wereld. Ze wonen nu in Europa, Australië of de Verenigde Staten. In juli keren veel oud-bewoners terug naar Pomol. Ze bezoeken de nationale herdenking in Potocari en organiseren een herdenkingsdienst voor de slachtoffers van de genocide uit het dorp in de lokale moskee. Verdriet en verlies worden hier samen verwerkt als onderdeel van het doorlopende rouwproces. “Rond 11 juli ontkom je er niet aan. De oorlog is het terugkerende gespreksonderwerp tijdens iedere kop koffie” voorspelt Elvir aan me.

De impact van genocide op een gemeenschap is niet uit te drukken. Althans, niet in woorden die recht doen aan de realiteit. Ik ben zeker tien keer opnieuw aan deze blog begonnen. Schrijven, schrappen, opnieuw schrijven en opnieuw schrappen. Het lukte simpelweg niet om in woorden uit te drukken hoe ingrijpend de gevolgen zijn. En het mag dan behoorlijk cliché klinken, maar deze keer is het echt waar: sommige dingen moet je eerst zelf ervaren.

Ik kwam terecht in een gemeenschap die vanaf de wortel ontwricht is. Een menless society, want van de 200 moslimgezinnen die hier voor de oorlog woonden, liggen er negentig jongens en mannen onder de grond begraven. Sommigen werden systematisch afgeslacht door Servische soldaten, anderen sneuvelden in een wanhopige poging om het vrije territorium nabij Tuzla te bereiken. De mannen die het overleefd hebben, worden gekweld door nachtmerries van gebeurtenissen die ze telkens weer opnieuw beleven.

En hoewel relatief veel vrouwen de oorlog overleefden, zijn veel van hen nooit meer aan leven toegekomen. Dus bidden ze tot Allah en vragen ze Hem om genadig te zijn. Reciteren ze Soerat el Fatiha voor hun verloren mannen, zonen en vaders. Wat is de meerwaarde van het leven, als je alles verloren hebt? Is een mens ooit in staat om zo’n groot verlies te verwerken? Of is een leven in eenzaamheid en intens verdriet het lot dat aan deze vrouwen toebehoort?

Op 11 juli 2018 vond de 23herdenking van de val van Srebrenica plaats. In aanloop naar de herdenking verbleef ik enkele dagen in Pomol, het geboortedorp van Elvir, om te zien welke impact de oorlog nog steeds op de gemeenschap heeft. Ik schreef er een verhaal over op Oneworld.nl. Klik hier om het verhaal te lezen.

23 september 2018

Blog #3 – Elvir, deel 2.

Deel 1 gemist? Klik hier om eerst te lezen.

Op 1 maart 1992 kozen de Bosniërs met een referendum voor onafhankelijkheid. “Wij wilden niet leven in een groot Servië” zegt Elvir. Het is opnieuw een regenachtige avond als we onder de veranda zitten. “Zouden de Bosniakken in een groot Servië tweederangs burgers geweest zijn?” vraag ik aan hem. Hij glimlacht cynisch. “We zouden niet tweede, derde maar vierderangs burgers geweest zijn. We wisten toen al dat fundamentele mensenrechten niet gewaarborgd zouden worden.”

Elvir diende zijn laatste missie aan de grens met Montenegro toen hij tot de conclusie kwam dat hij niet langer kon blijven. Volgens hem werd het leger etnisch gezuiverd. Voorheen waren er soldaten met verschillende etniciteiten, maar in 1991 bleef hij als enige Bosniak van zijn afdeling over. “Wat zou er met me gebeurd zijn als ik gebleven was? Ik ondervond racisme en uitsluiting. Dat leger was er niet om mensen als mij te beschermen.” Daarom deserteerde hij begin 1991 uit het Joegoslavische leger waarna hij zich aansloot bij het Bosnische verzet om zich tegen de Bosnisch-Servische agressie te verdedigen.

De volgende dag vertrek ik samen met Elvir naar zijn geboortedorp gelegen in het kanton Srebrenica. Dit is de plek waar Elvir werd geboren en opgroeide. Het is de plek waar hij zich in 1992 aansloot bij het Bosnische verzet en waar hij in de zomer van 1995 de val van Srebrenica meemaakte. Vanaf hier liep hij maandenlang honderden kilometers machteloos door de bossen om het vrije territorium nabij Tuzla levend te bereiken.

Ik wil weten waar Elvir voor vocht. Een stilte volgt. Hij steekt een sigaret op, iets dat hij vaker doet wanneer ik een beladen topic ter sprake breng. “Ik vocht voor mijn dorp en mijn gemeenschap. Het is de enige plek waar ik me ooit huis gevoeld heb” zegt hij. Ik vraag hem of hij zich altijd zo bewust is geweest van zijn identiteit en de culturele gemeenschap waar hij onderdeel van uitmaakt. “In 1974 werden Bosniakken officieel als etniciteit in de grondwet erkend, maar ik was lange tijd vooral cultureel moslim. Er waren een aantal vaste tradities en we vierden bijvoorbeeld suikerfeest, maar ik was me niet heel bewust van mijn religieuze identiteit” vertelt hij.

Dat veranderde volgens Elvir in de aanloop naar het conflict. Daar lagen een aantal politieke gebeurtenissen en persoonlijke ervaringen met racisme aan ten grondslag. “Mensen wilden ons vermoorden vanwege onze etniciteit. Natuurlijk word je dan meer bewust van jouw ideniteit.” Alhoewel Islam hem niet inspireerde om te vechten, vond hij wel steun in zijn religie. “Als je alleen op de vlucht bent, dan heb je Islam nodig” zegt hij.

Al ruim twee uur rijden we door de stromende regen. Het weer en de gespreksstof maken de sfeer tijdens de rit melancholisch. “Ik heb pijnlijke herinneringen aan deze omgeving, maar toch keer ik steeds weer terug.” De val van Srebrenica en de vlucht door de bossen naar het vrije territorium hebben de grootste impact op hem gemaakt. “Wanneer je wekenlang uitzichtsloos door de bossen vlucht en zo veel doden ziet, dan heeft dat impact. Dat krijg je nooit meer uit jouw hoofd.”

Deel 3 verschijnt op zondag 30 september om 11:00 uur online.

9 september 2018

Blog #1 – Zwarte koffie

“Leren jullie dan echt zo weinig op school over de Servische agressie waarvan de genocide in juli 1995 het dieptepunt was?” vraagt Ida verontwaardigd. Ik knik bevestigend zonder een woord te zeggen. “Hoe is dat mogelijk? Het was de grootste genocide in Europa sinds de Tweede Wereldoorlog en jullie soldaten waren notabene daar!” in haar woorden klinkt ongeloof. Ik mompel iets over het etnocentrisme binnen het Nederlandse onderwijssysteem en over hoe we de zwarte bladzijdes uit onze eigen geschiedenis bewust onbesproken laten. Of over hoe we de geschiedenis enkel aanbieden in een afgezwakte vorm waarin de meest pijnlijke gebeurtenissen vermeden worden. Ze schenkt nog een kop koffie voor me in, als duidelijk signaal dat dit gesprek nog niet afgelopen is.

Dit gesprek met Ida vormde in het najaar van 2017 de aanleiding voor een eerste kort bezoek aan Bosnië. In vijf dagen bezocht ik Tuzla, Sarajevo en Mostar waar de herinneringen aan de oorlog nog steeds onderdeel van het hedendaagse straatbeeld zijn. Kogelgaten, door granaten achter gelaten kraters en aan het lot overgelaten verwoeste gebouwen. Bosnië werd by far de meest indrukwekkende en confronterende bestemming waar ik ben geweest. Het waren niet zozeer de fysieke herinneringen aan de oorlog, maar vooral de energie die als een geest door de samenleving dwaalt. Onzichtbaar, maar toch altijd aanwezig.

Een maand na mijn bezoek aan Bosnië, deed het Joegoslavië Tribunaal uitspraak in de zaak tegen de voormalig Bosnisch-Servische generaal Ratko Mladic. Onder leiding van Ratko Mladic viel de moslimenclave Srebrenica en werden 8.000 moslimmannen afgeslacht. Ik bekeek de uitspraak samen met tientallen overlevenden en nabestaanden van de Bosnische gemeenschap in congrescentrum het World Forum op het plein tegenover het tribunaal. Er was daar geen twijfel over de schuld van Mladic, het was enkel wachten op de juridische bevestiging daarvan. Die kwam er. Ratko Mladic werd veroordeeld tot een ‘levenslange’ gevangenisstraf voor zijn schuld aan de genocide en misdaden tegen de mensheid.

Je zou verwachten dat bewindspersonen en politici in de rij staan om een reactie te geven op een historische uitspraak in het internationaal recht. Des te meer wanneer de veroordeling in óns Den Haag, internationale stad van vrede en recht, wordt uitgesproken en deze veroordeling onlosmakelijk met onze eigen betrokkenheid bij de val van Srebrenica verbonden is. Toenmalig minister van Buitenlandse Zaken, Halbe Zijlstra, zei dat hij hoopt dat de veroordeling van Mladic de nabestaanden helpt bij het verwerken van hun pijn. Maar zoals Balkan-correspondent Joost van Egmond terecht in zijn essay in Trouw schrijft: “Mladic’ schuld wist de onze niet uit.”

En dat is precies waar het schuurt. Als we daadwerkelijk willen dat overlevenden en nabestaanden een volgende stap in het verwerkingsproces kunnen zetten, dan moeten we onze eigen verantwoordelijkheid nemen. Een eerste stap zou zijn dat de Nederlandse staat zich niet langer behendig voor de feiten verschuilt. Ja, de waarheid is pijnlijk en beschamend tegelijk, maar door de feiten te verdoezelen doen we slachtoffers, overlevenden en nabestaanden opnieuw onrecht aan. Het is simpelweg misdadig om hen ondergeschikt aan onze eigen trots en ego’s te maken.

Het is duidelijk dat Nederlandse politici en bewindspersonen geen voortrekkersrol in dit proces wensen te spelen. Bewustwording moet daarom vanuit ons midden komen. Cijfers en statistieken scheppen vaak een afstand, daar waar persoonlijke verhalen het hart weten te raken. Daarom reisde ik begin deze zomer naar Bosnië om verhalen te schrijven over de impact op gemeenschappen en individuele levens. Ik heb mijn verblijf zelfstandig bekostigd en georganiseerd. Daarnaast heb ik zelf research gedaan en de interviews getranscribeerd. Al deze verhalen heb ik naar eer en geweten opgeschreven. De personages zijn niet samengevoegd, maar op verzoek heb ik sommige namen gefingeerd.

Ik ben me er van bewust dat deze verhalen slechts een fractie vertellen van de tragedie die zich in de jaren “90 in Zuid-Oost Europa voltrok. Dat doet echter niets af aan het verlies, de pijn en het verdriet van de mensen die ik gesproken heb. In de komende weken lees je deze persoonlijke verhalen in mijn eerste blogserie. Daarnaast schrijf ik over mijn ervaringen, inzichten en overpeinzingen met betrekking tot dit onderwerp. Enkele verhalen werden onlangs op OneWorld.nl en Young Critics gepubliceerd.