Heb je deel 3 gemist? Klik hier om eerst te lezen.
Toen Elvir eindelijk het vrije territorium bereikte, was hij ernstig verzwakt. Het is moeilijk voor te stellen dat de bijna-twee-meter-lange man toen nog maar 49 kilo woog. “Ik moest me laten registreren. Ik zei tegen de medewerker dat hij het gewicht maar naar boven moest afronden. 50 kilo klinkt toch beter” zegt hij met een glimlach en een dosis zelfspot die kenmerkend is voor zijn persoonlijkheid.
“Soms at ik dagen niet. Als ik meerdere dagen op een plek was dan zocht ik naar paddestoelen en fruit. Niemand kan zich op zo’n vlucht voorbereiden, maar wanneer je bezig bent met overleven dan denk je na over alles dat je ooit eens gelezen of gehoord hebt. Paddestoelen maakte ik schoon en liet ik gaar ‘koken’ in een plastic zak met zout. In juli kan de temperatuur hier al gauw tot 35 graden oplopen, dus daar maakte ik gebruik van. Ik volgde het instinct van dieren. Wat voor hen eetbaar en veilig is, is dat voor mensen ook dacht ik.”
Nog elke keer verbaas ik me over de nuchtere toon waarop Elvir over de gebeurtenissen praat. Dat neemt niet weg dat ik soms toch getuige van een kwetsbaar moment ben. Het zijn de momenten waarop ik me ongemakkelijk voel, want wat zeg je tegen iemand die een massaslachting overleefd heeft?
“Ik zou Bosnië nooit verlaten hebben, als het niet nodig was. Ik wilde mijn zoon en dochter een toekomst geven. Daarom vertrok ik naar Nederland” vertelt hij. Ondanks dat Elvir in Nederland de kans kreeg om een nieuw leven op te bouwen, blijft hij terug verlangen naar een verleden dat er nooit meer zal zijn. “Na de oorlog is alles in Bosnië veranderd, dus hier ben ik niet meer thuis. Maar ook in Nederland heb ik me nooit thuis gevoeld.”
Ooit had Elvir de wens om een nieuw huis in Pomol te bouwen, als symbool voor de verbondenheid met zijn geboortegrond. Niet om permanent te wonen, maar om tijdens de bezoeken aan het dorp te verblijven. Het huis kwam er niet; zijn kinderen voelen zich niet op eenzelfde manier verbonden met Pomol. Ze verblijven tijdens de vakanties liever in een grote stad als Sarajevo of ze verkiezen de kust van Kroatië boven het afgelegen geboortedorp van hun vader. Dat weerhoudt Elvir er niet van om regelmatig terug te keren. Hij kan niet anders. “Mijn vader, mijn moeder en mijn oude leven liggen hier begraven” vertelt hij.