Browsing Tag:

Nederland

30 september 2018

Blog #4 – Elvir, deel 3.

Heb je deel 2 gemist? Klik hier om eerst te lezen.

In 1992 sloot Elvir zich aan bij het Bosnische verzet in het kanton Srebrenica. Regelmatig waren er gevechten en moest hij zich met andere soldaten tegen de aanvallen van het Bosnisch-Servische leger verdedigen. De realiteit van oorlog went snel. Het begraven van de doden wordt haast een routineklus en de dood is altijd dichtbij. Gevoelens van angst verdwijnen naar de achtergrond, maar zullen je jaren later nog achtervolgen.

In april 1993 gaven de Bosniakken in Srebrenica zich over. Na maanden van Servische artelleriebeschietingen stemden zij noodgedwongen in met een bestand. Dit akkoord dwong het Bosnische verzet tot volledige ontwapening. “Toen Srebrenica in juli 1995 alsnog in handen van het Bosnisch-Servische leger viel, waren we geen partij” vertelt Elvir.

Daarom zochten duizenden mannen, vrouwen en kinderen hun toevlucht op de Dutchbat basis in Potocari, maar werden door Nederlandse soldaten weggestuurd. Daarmee heeft Nederland cruciale en dodelijke fouten gemaakt bij het ontruimen van de basis. Dat is erkend in een vonnis van het Hof in Den haag en later in cassatie door de Hoge Raad nogmaals bekrachtigd.

Elvir realiseerde zich dat de enige kans op overleven een vluchtroute door de bossen tussen Srebrenica en Tuzla was. Maandenlang liep hij uitzichtloos door de bergen in de hoop het vrije territorium levend te bereiken. “Ik moest gewonden achterlaten en ik heb mensen zien sneuvelen. Als je zo veel doden ziet, dan heeft dat impact. Die beelden krijg je nooit meer uit jouw hoofd.” Honderden kilometers en maanden later bereikte hij ernstig verzwakt Tuzla. “Toen ik het vrije territorium had bereikt, woog ik nog maar 49 kilo. Er was niks van me over.”

Elvir praat openlijk over de impact van de gebeurtenissen op zijn leven, maar vermijdt de diepere laag. Zijn typisch zwarte humor kan zijn kwetsbaarheid niet verbloemen. “Ik heb het nu moeilijk. Ik herbeleef de gebeurtenissen en ik heb veel nachtmerries. Soms vergeet ik voor heel even wat ik allemaal heb meegemaakt, maar in aanloop naar de herdenking op 11 juli ontkom ik er niet aan.”

“Kan een mens na zo veel ellende ooit nog een ‘normaal’ leven leiden?” vraag ik aan hem. “Je moet er hard voor werken, want het gaat niet vanzelf. Niet iedereen lukt dat. Je moet tegen de pijnlijke gedachten en herinneringen vechten om enigszins normaal te kunnen functioneren. Dat is onderdeel van mijn jihad.”

Deel 4 verschijnt op zondag 7 oktober om 11:00 uur online.

9 september 2018

Blog #1 – Zwarte koffie

“Leren jullie dan echt zo weinig op school over de Servische agressie waarvan de genocide in juli 1995 het dieptepunt was?” vraagt Ida verontwaardigd. Ik knik bevestigend zonder een woord te zeggen. “Hoe is dat mogelijk? Het was de grootste genocide in Europa sinds de Tweede Wereldoorlog en jullie soldaten waren notabene daar!” in haar woorden klinkt ongeloof. Ik mompel iets over het etnocentrisme binnen het Nederlandse onderwijssysteem en over hoe we de zwarte bladzijdes uit onze eigen geschiedenis bewust onbesproken laten. Of over hoe we de geschiedenis enkel aanbieden in een afgezwakte vorm waarin de meest pijnlijke gebeurtenissen vermeden worden. Ze schenkt nog een kop koffie voor me in, als duidelijk signaal dat dit gesprek nog niet afgelopen is.

Dit gesprek met Ida vormde in het najaar van 2017 de aanleiding voor een eerste kort bezoek aan Bosnië. In vijf dagen bezocht ik Tuzla, Sarajevo en Mostar waar de herinneringen aan de oorlog nog steeds onderdeel van het hedendaagse straatbeeld zijn. Kogelgaten, door granaten achter gelaten kraters en aan het lot overgelaten verwoeste gebouwen. Bosnië werd by far de meest indrukwekkende en confronterende bestemming waar ik ben geweest. Het waren niet zozeer de fysieke herinneringen aan de oorlog, maar vooral de energie die als een geest door de samenleving dwaalt. Onzichtbaar, maar toch altijd aanwezig.

Een maand na mijn bezoek aan Bosnië, deed het Joegoslavië Tribunaal uitspraak in de zaak tegen de voormalig Bosnisch-Servische generaal Ratko Mladic. Onder leiding van Ratko Mladic viel de moslimenclave Srebrenica en werden 8.000 moslimmannen afgeslacht. Ik bekeek de uitspraak samen met tientallen overlevenden en nabestaanden van de Bosnische gemeenschap in congrescentrum het World Forum op het plein tegenover het tribunaal. Er was daar geen twijfel over de schuld van Mladic, het was enkel wachten op de juridische bevestiging daarvan. Die kwam er. Ratko Mladic werd veroordeeld tot een ‘levenslange’ gevangenisstraf voor zijn schuld aan de genocide en misdaden tegen de mensheid.

Je zou verwachten dat bewindspersonen en politici in de rij staan om een reactie te geven op een historische uitspraak in het internationaal recht. Des te meer wanneer de veroordeling in óns Den Haag, internationale stad van vrede en recht, wordt uitgesproken en deze veroordeling onlosmakelijk met onze eigen betrokkenheid bij de val van Srebrenica verbonden is. Toenmalig minister van Buitenlandse Zaken, Halbe Zijlstra, zei dat hij hoopt dat de veroordeling van Mladic de nabestaanden helpt bij het verwerken van hun pijn. Maar zoals Balkan-correspondent Joost van Egmond terecht in zijn essay in Trouw schrijft: “Mladic’ schuld wist de onze niet uit.”

En dat is precies waar het schuurt. Als we daadwerkelijk willen dat overlevenden en nabestaanden een volgende stap in het verwerkingsproces kunnen zetten, dan moeten we onze eigen verantwoordelijkheid nemen. Een eerste stap zou zijn dat de Nederlandse staat zich niet langer behendig voor de feiten verschuilt. Ja, de waarheid is pijnlijk en beschamend tegelijk, maar door de feiten te verdoezelen doen we slachtoffers, overlevenden en nabestaanden opnieuw onrecht aan. Het is simpelweg misdadig om hen ondergeschikt aan onze eigen trots en ego’s te maken.

Het is duidelijk dat Nederlandse politici en bewindspersonen geen voortrekkersrol in dit proces wensen te spelen. Bewustwording moet daarom vanuit ons midden komen. Cijfers en statistieken scheppen vaak een afstand, daar waar persoonlijke verhalen het hart weten te raken. Daarom reisde ik begin deze zomer naar Bosnië om verhalen te schrijven over de impact op gemeenschappen en individuele levens. Ik heb mijn verblijf zelfstandig bekostigd en georganiseerd. Daarnaast heb ik zelf research gedaan en de interviews getranscribeerd. Al deze verhalen heb ik naar eer en geweten opgeschreven. De personages zijn niet samengevoegd, maar op verzoek heb ik sommige namen gefingeerd.

Ik ben me er van bewust dat deze verhalen slechts een fractie vertellen van de tragedie die zich in de jaren “90 in Zuid-Oost Europa voltrok. Dat doet echter niets af aan het verlies, de pijn en het verdriet van de mensen die ik gesproken heb. In de komende weken lees je deze persoonlijke verhalen in mijn eerste blogserie. Daarnaast schrijf ik over mijn ervaringen, inzichten en overpeinzingen met betrekking tot dit onderwerp. Enkele verhalen werden onlangs op OneWorld.nl en Young Critics gepubliceerd.